INSPECTIEVERSLAG/RAPPORT:
KINDEROPVANG VOOR BABY’S EN PEUTERS – GROEPSOPVANG
Op woensdag 14 augustus 2024 bracht Zorginspectie een inspectiebezoek aan kinderdagverblijf ’t Egeltje, in opdracht van Opgroeien (Kind en Gezin), om de werking op te volgen en na te gaan of de vergunningsvoorwaarden worden nageleefd.
Dit inspectiebezoek was onaangekondigd en vond plaats tussen 09.25u. en 13.40u.
Zowel dagelijks verantwoordelijke, pedagogisch coach, kinderbegeleidsters als directie werden bevraagd. Documenten, procedures, …enz. werden ingekeken en de werking in de leefgroepen werd gedurende een aantal uren gevolgd.
Volgende items werden geïnspecteerd:
- Omgang met de kinderen (welbevinden, betrokkenheid, leefgroepwerking, buitenspel en buitenspelmogelijkheden)
Welbevinden
Een systematische screening van het welbevinden van de kinderen is belangrijk om tijdig signalen van de kinderen te kunnen oppikken en er mee aan de slag te gaan, met als doel het welbevinden van de kinderen te bevorderen. Een hoog welbevinden van de kinderen in de opvang is belangrijk in functie van de ontplooiing en persoonsvorming van de kinderen.
Het welbevinden van kinderen focust op de mate waarin kinderen genieten, spontaan en zichzelf zijn, ontspannen zijn, zich open opstellen, levenslust uitstralen, zelfvertrouwen hebben, weerbaar en assertief zijn en in contact zijn met hun gevoelens.
Betrokkenheid
Een systematische screening van de betrokkenheid van de kinderen is belangrijk om tijdig signalen van de kinderen te kunnen oppikken en er mee aan de slag te gaan, met als doel de betrokkenheid van de kinderen te bevorderen. Een hoge betrokkenheid van de kinderen in de opvang is belangrijk in functie van de ontplooiing en persoonsvorming van de kinderen.
De betrokkenheid van kinderen focust op de mate waarin kinderen geconcentreerd en tijd vergeten bezig zijn, gemotiveerd bezig zijn, een open houding hebben voor wat de omgeving te bieden heeft, intens mentaal actief zijn, exploratiedrang hebben en zich bewegen aan de grens van de eigen mogelijkheden.
Leefgroepwerking
Om in te kunnen spelen op de individuele behoeften van alle kinderen en een hechtingsrelatie met alle kinderen te kunnen uitbouwen, mogen er maximum 18 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn in een leefgroep. Een leefgroep is een groep kinderen gekoppeld aan één of meer bepaalde kinderbegeleiders en aan één of meer bepaalde, afzonderlijke ruimtes. Ook voor de kinderbegeleiders is het belangrijk dat de groep niet te groot is, zodat hun draagkracht niet wordt overschreden.
Afzonderlijke leefruimtes met voldoende beschikbare speloppervlakte hebben een impact op de draagkracht van de kinderbegeleiders en zorgen ervoor dat kinderen voldoende ontwikkelingskansen krijgen zonder hen te overladen met prikkels. Omwille van de veiligheid en om de werking niet te storen, is de accommodatie tijdens de opvanguren uitsluitend beschikbaar voor activiteiten gerelateerd aan de kinderopvang. Een circulatieruimte, bij meer dan 36 vergunde plaatsen, belet dat men door een leefgroep moet gaan om een
andere leefgroep of ruimte te bereiken. Hierdoor wordt de kwalitatieve werking van de leefgroep immers telkens gestoord. Een goede, veilige en doordachte circulatie maakt het gebouw toegankelijk en brandveilig. Het is belangrijk dat de netto vloeroppervlakte waarop de vergunde capaciteit werd berekend ook effectief gebruikt wordt voor alle aanwezige kinderen. Kinderen hebben immers voldoende ruimte nodig om te spelen zodat ze voldoende ontwikkelingskansen krijgen. Ook voor de medewerkers moet er voldoende ruimte zijn om
kwaliteitsvol te kunnen werken.
De omgeving voor de kinderen en de kinderbegeleiders heeft voldoende natuurlijk daglicht om op een functionele, veilige en gezonde manier te kunnen werken. Daglicht is belangrijk voor de psychomotorische ontwikkeling van de kinderen en het verwerven van voldoende vitamine D.
Buitenspel en buitenspelmogelijkheden
Er is voldoende, vlot en veilig bereikbare buitenspelmogelijkheid die afgestemd is op het aantal vergunde kinderopvangplaatsen en op de leeftijd van de kinderen. In het pedagogisch beleid realiseert de organisator het buitenspel.
Al deze items werden als zeer goed beoordeeld en scoorden volledig conform de bovenstaande beschreven vergunningsvoorwaarden van Opgroeien.
- Omgang met gezinnen (individueel en collectief overleg met gezinnen, inlichtingenfiche)
Individueel overleg gezinnen
In een kwaliteitsvolle opvang besteedt de opvang veel aandacht aan een goede individuele dialoog met gezinnen. Betrokkenheid en participatie van de gezinnen is belangrijk voor het welbevinden en de gezondheid van het kind. Regelmatig overleg over de pedagogische aanpak en omgang met het kind leiden tot een goede afstemming tussen de ouders en de opvang en tot eenzelfde aanpak. Ook een goede communicatie over de werking van de opvang draagt bij tot het vertrouwen van ouders in hun opvang en een goede verstandhouding.
Collectief overleg met gezinnen
Zorginspectie gaf tijdens het inspectiebezoek informatie over de vergunningsvoorwaarde i.v.m. betrokkenheid en participatie van de gezinnen waarbij gevraagd werd om transparant te zijn over de inspectierapporten.
Inlichtingenfiche
Actuele, volledig ingevulde en makkelijk te raadplegen inlichtingenfiches zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat de opvanglocatie op elk moment over de nodige gegevens beschikt om de aanpak af te stemmen op de kinderen (bijvoorbeeld bij allergieën) en om de juiste personen te kunnen contacteren bij een crisisinterventie (bijvoorbeeld arts, ouders, …).
Al deze items werden als zeer goed beoordeeld en scoorden volledig conform de bovenstaande beschreven vergunningsvoorwaarden van Opgroeien met uitzondering van twee werkpunten:
- Zorginspectie stelt vast dat op de nagekeken inlichtingenfiches van vakantiekindjes er incidenteel de bereikbaarheidsgegevens van de behandelende arts ontbreken.
- Zorginspectie stelt vast dat op de nagekeken inlichtingenfiches van de vakantiekindjes op 1 fiche de personen die het kindje mogen ophalen, ontbreken.
Plan van Aanpak om deze werkpunten weg te werken:
Zoals in het inspectieverslag vermeld, waren de inlichtingenfiches van de vaste opvang- kindjes van kinderdagverblijf ’t Egeltje volledig in orde.
De ontbrekende gegevens op de inlichtingenfiches van de vakantiekindjes werden, na opvraging bij de ouders, aangevuld en de fiches werden in orde gebracht.
3 tot 4 maanden voor de start van de vakantieopvang wordt er een vergadering belegd met de 4 kinderdagverblijven. Hier wordt de planning van de vakantiekinderen opgemaakt.
Standaard worden , vooraleer de vakantieopvang start en het betreffende kinderdagverblijf sluit, de gegevens van de vakantiekindjes opgevraagd. Deze worden bekeken of ze volledig zijn. Indien niet, worden de ontbrekende gegevens opgevraagd en aangevuld op de fiches.
Indien er gegevens ontbreken en ze niet tijdig kunnen doorgegeven worden door het vaste kinderdagverblijf, wordt vanaf nu, vooraleer de opvang start, de fiche met de ouders overlopen en de ontbrekende gegevens worden aangevuld.
- Risicobeheersing (risicoanalyse, draagkracht bij de medewerkers, crisis, toezicht, veilig slapen en ventilatie)
Risicoanalyse
Een risicoanalyse is een schriftelijk verslag waarbij de organisator de risico’s in de kinderopvanglocatie analyseert, en daarbij de nodige maatregelen neemt om de risico’s zoveel mogelijk te beperken en onverantwoorde risico’s uit te sluiten. De risicoanalyse is een belangrijk middel om te komen tot een veilige en gezonde omgeving en is een voortdurende opdracht. Een goede risicoanalyse brengt minimaal de regelgevende elementen in beeld. Zorgen voor een gezonde en veilige omgeving voor de kinderen is geen taak van slechts één persoon, maar een gedeelde opdracht waarbij iedereen, die in de kinderopvanglocatie werkt
of leeft, bij de risicoanalyse betrokken wordt. Enkel in een veilige en gezonde omgeving kunnen kinderen voluit spelen, kunnen ze hun grenzen verleggen en krijgen ze maximale kansen om zich te ontwikkelen.
Draagkracht bij medewerkers
In het belang van het bewaken van de fysieke en psychische integriteit van ieder kind in de opvang, is het belangrijk dat de organisator rekening houdt met de draagkracht van elke medewerker in de kinderopvanglocatie. Het bewaken en realiseren van een goede draagkracht draagt bij tot een veilige, gezonde en kwaliteitsvolle opvang voor elk kind.
Crisis
In geval van een crisis is het van het grootste belang om snel en efficiënt te kunnen handelen. Op voorhand hierover nadenken en verantwoordelijkheden vastleggen zorgt voor een betere aanpak.
Daarom hebben alle medewerkers kennis over wat te doen in geval van crisis. Elke crisis wordt zo snel mogelijk gemeld aan Opgroeien zodat een volledige en correcte inschatting van de opvangsituatie kan worden gemaakt.
Toezicht
Voor het garanderen van de veiligheid van de kinderen is het belangrijk dat er op ieder moment voldoende actief visueel en auditief toezicht is op de kinderen, ook tijdens de slaapsituatie. Het toezicht is een dynamisch gegeven en moet worden aangepast aan het opvanggebeuren en aan de aanwezige kinderen. Het toezicht speelt ook een belangrijke rol in het kunnen inspelen op de noden en behoeften van de kinderen.
Veilig slapen
Rustig en veilig kunnen slapen is een belangrijke voorwaarde voor gezond opgroeien. Tijdens het rusten verwerkt een kind wat het allemaal heeft gezien, gehoord, bewogen en gevoeld. Door te rusten kan een kind zijn energie terug opladen en wordt het immuunsysteem versterkt.
Elk aanwezig kind moet in een veilig bed kunnen slapen en dit volgens eigen behoefte. Het is ook belangrijk om het bed veilig te gebruiken en aan te passen aan de motorische ontwikkeling van het kind om ongevallen in de slaapomgeving te voorkomen. Een veilig kinderbed en bedmateriaal zorgen ervoor dat de risico’s op ongevallen en wiegendood beperkt worden.
Uit onderzoek blijkt dat een veilige slaaphouding en een veilige slaapomgeving ongelukken tijdens de slaap van baby’s tot 12 maanden kunnen helpen voorkomen. De organisator moet ervoor zorgen dat een kind jonger dan 1 jaar op de rug te slapen wordt gelegd en geen kussens of dekbed in bed krijgt.
In de kinderopvanglocatie moet er een goed evenwicht zijn tussen de omgevingstemperatuur, het bedmateriaal en de kleding van de kinderen. Tenslotte moeten de bedden zo geplaatst worden dat er vrije circulatie mogelijk is aan minstens één lange kant van het bed, om veilig en ergonomisch te kunnen werken.
Ventilatie
De organisator voldoet voor zijn kinderopvanglocatie minstens aan alle voorwaarden met betrekking tot de infrastructuur, minstens de ruimte, bestemd voor kinderopvang, de uitrusting en de inrichting ervan, de veiligheid en gezondheid, met inbegrip van specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor kinderopvanglocaties, met behoud van de toepassing van de federale basisnormen voor de brandveiligheid van gebouwen.
In de kinderopvanglocatie is er voldoende ventilatie in de leef- en rustruimten.
Al deze items werden als zeer goed beoordeeld en scoorden volledig conform de bovenstaande beschreven vergunningsvoorwaarden van Opgroeien met uitzondering van twee werkpunten:
- Zorginspectie stelt vast dat er in 1 rustruimte van de kinderopvanglocatie onvoldoende actief, visueel toezicht is. Bevraagde kinderbegeleider geeft aan het toezicht te houden door regelmatig in de slaapkamer te kijken via het raam in de badkamer. Verder verklaart de begeleider de deur van de slaapkamer liever niet onnodig te openen omdat deze lawaai maakt en het lawaai de kinderen zou kunnen storen in hun slaap.
- Zorginspectie stelt vast dat er in 1 rustruimte 2 bedjes zodanig geplaatst zijn dat er geen vrije circulatie mogelijk is aan minstens één lange zijde van het bed om veilig en ergonomisch te kunnen werken.
Plan van aanpak om deze werkpunten weg te werken:
De deur van de rustruimte die lawaai maakte bij het openen werd hersteld. De kinderbegeleid(st)ers gaan nu wel terug op regelmatige tijdstippen binnen in deze slaapplaats voor actief toezicht i.p.v. door het raam te kijken . Dit bijkomend bij de momenten dat zij sowieso binnen- en buitengaan om kindjes te slapen te leggen of kindjes uit hun bedje te halen als ze wakker zijn.
Na bespreking met de kinderbegeleid(st)ers en de pedagogisch coach zijn er online schema’s opgesteld per rustruimte waarop de kinderbegeleid(st)ers elk kwartier aanvinken dat zij actief toezicht deden door de rustruimte binnen te gaan.
De twee bedjes die niet correct stonden zodat één lange zijde volledig vrij is, werden verwijderd en zijn niet meer in gebruik.
De desbetreffende bedjes waren niet kapot. Echter waren deze bedjes overbodig in de slaapkamer.
Er zal bovendien gewerkt worden met markeringen op de grond en een plannetje aan de slaapkamerdeur hoe de bedden moeten staan zodat vrije circulatie aan één lange zijde verzekerd wordt.
- Beheer opvanglocatie (verantwoordelijke, aanwezigheid kinderen en aanwezigheid kinderbegeleiders)
Verantwoordelijke
Om de kwaliteit, de veiligheid en de gezondheid in de opvang voor elk kind op ieder moment voldoende te garanderen, is het belangrijk dat elke kinderopvanglocatie een verantwoordelijke heeft met de juiste kwalificaties en competenties, die de werking aanstuurt, opvolgt en bijstuurt waar nodig. De verantwoordelijke wordt gemeld bij Opgroeien en is ook makkelijk beschikbaar voor zowel de gezinnen, de kinderbegeleiders als Opgroeien en Zorginspectie.
Aanwezigheid kinderen
Elke kinderopvanglocatie heeft een vergunning waarop het maximum toegelaten aantal gelijktijdig aanwezige kinderen wordt vermeld. Deze vergunde capaciteit wordt onder andere bepaald op basis van de beschikbare infrastructuur. Deze vergunde capaciteit geeft de medewerkers voldoende ruimte om kwaliteitsvol te werken en biedt de kinderen voldoende ontwikkelingskansen. Een correcte aanwezigheidsregistratie waarop de aankomst- en vertrektijden van alle aanwezige kinderen nauwkeurig worden bijgehouden is belangrijk zodat
het op ieder moment duidelijk is welke kinderen aanwezig zijn in de opvanglocatie, bv. in functie van mogelijke evacuatie. Ook voor het opmaken van een correcte facturatie en het aantonen van de bezetting is het belangrijk dat de aanwezigheidsregistratie nauwgezet wordt bijgehouden en bewaard.
Aanwezigheid kinderbegeleiders
Het is belangrijk dat een organisator op ieder moment beschikt over een planning van de in te zetten kinderbegeleiders en over een correct overzicht van de ingezette kinderbegeleiders beschikt. Zo kan de organisator opvolgen dat er in de opvanglocatie steeds voldoende kinderbegeleiders aanwezig zijn in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen, en is traceerbaar wie wanneer verantwoordelijk is/was voor de opgevangen kinderen op een bepaald moment.
Internationaal onderzoek wijst uit dat het aantal aanwezige kinderen per kinderbegeleider sterk bepalend is voor de kwaliteit van de opvang. Het aantal kinderen per kinderbegeleider heeft een grote invloed op het toezicht op de kinderen, de veiligheid van de opvangomgeving, de draagkracht van de kinderbegeleider(s) en de mate waarop ingespeeld kan worden op signalen en behoeften van kinderen. Regelgevend is een maximum aantal kinderen per kinderbegeleider vastgelegd.
- Als een kinderbegeleider alleen aanwezig is in de opvanglocatie, dan mogen er maximum 8 kinderen zijn.
- Als er minstens twee kinderbegeleiders aanwezig zijn in de opvanglocatie, dan mogen er per kinderbegeleider maximum 9 kinderen aanwezig zijn in de opvanglocatie
- Op het moment dat de kinderen rusten en op voorwaarde dat er minstens twee kinderbegeleiders zijn, dan mogen er in de opvanglocatie gedurende maximum twee aaneensluitende uren maximum 14 kinderen per kinderbegeleider in de opvanglocatie zijn.
Als de kinderopvanglocatie meer dan 1 leefgroep heeft, dan wordt de berekening van het vereiste aantal kinderbegeleiders altijd gemaakt voor de hele opvanglocatie, nooit per leefgroep. Medewerkers worden pas meegerekend als kinderbegeleider wanneer ze voldoen aan de voorwaarden.
Al deze items werden als zeer goed beoordeeld en scoorden volledig conform de bovenstaande beschreven vergunningsvoorwaarden van Opgroeien met uitzondering van twee werkpunten:
- Zorginspectie stelt vast dat er structureel beperkt meer kinderen tegelijk aanwezig zijn in het kinderdagverblijf (72 – 74) dan het aantal vergunde plaatsen vermeld op de vergunning (70).
- Zorginspectie stelt vast dat er structureel meer dan 9 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn per
kinderbegeleider, wanneer er minstens 2 kinderbegeleiders in de kinderopvanglocatie aanwezig zijn. Problemen met de ratio doen zich voornamelijk voor vóór 9:30.
Plan van aanpak om deze werkpunten weg te werken:
Het aantal ingeschreven kinderen zal stelselmatig worden verminderd om zo te komen tot maximum 70 tegelijkertijd aanwezige kinderen per dag en/of per dagdeel.
De planning werd na het inspectiebezoek onmiddellijk bekeken en wordt volop afgebouwd. De plaatsen van kindjes die de voorbije maanden door omstandigheden vrij kwamen (verhuis, later starten, minder dagen aangevraagd door ouders, langdurige ziekte van het kindje, …) worden niet meer opnieuw ingevuld als we hierdoor boven de capaciteit van 70 tegelijkertijd aanwezige kinderen zouden kunnen komen.
Wennen en extra dagen komen kan nu ook énkel op momenten dat er effectief plaats is en we op maximum 70 aanwezigheden zitten en blijven. We werken met een digitaal planningsprogramma, m.n. Deona, waarbij de planning en de effectieve aanwezigheden duidelijk en overzichtelijk kunnen opgevolgd worden.
Om onze kinderbegeleid(st)ers zo optimaal mogelijk in te zetten en om zo goed mogelijk op alle tijdstippen aan de ratio te kunnen voldoen, zelfs de nieuwe welke 1/7 bedraagt in ‘t Egeltje (er wordt gewerkt met gemengde groepen), hebben we de voorbije maanden de aankomst- en vertrektijden van onze kindjes grondig onder de loep genomen. Daaruit bleek dat er weinig kindjes aanwezig zijn tussen 18u. en 18.30u.
Gezien ’t Egeltje 11,5u./dag open is en het met het huidige personeelsbestand, dat reeds uitgebreid werd met 2 FTE kinderbegeleid(st)ers ikv. de nieuwe ratio, onmogelijk is om op elk moment van de dag de ratio te behalen, werd beslist om vanaf 1 januari 2025 het openingsuur te verlagen naar 11u./dag, m.n. van 07u. – 18u.
De uurroosters van de kinderbegeleid(st)ers werden volledig herzien en zo veel mogelijk aangepast (rekening houdende met de sociale wetgeving) ifv. aankomst- en vertrektijden van de kinderen. Dit wordt dagelijks opgevolgd.
Wij werken in onze kinderdagverblijven met een digitaal programma voor de planning van de kinderen en de personeelsleden zodat deze (zo goed als mogelijk) op mekaar afgestemd zijn.
In omstandigheden van onverwachte ziekte, opleidingen van medewerkers, vakantiedagen van medewerkers, … enz. zijn onze medewerkers op de burelen (pedagogisch coach, maatschappelijk assistente en dagelijks verantwoordelijke ) stand-by om in te springen en te helpen. Ook de andere medewerkers worden dan extra ingezet waar mogelijk alsook de vliegende medewerkers worden dan vast in de betreffende leefgroepen gezet.
Bij langdurige ziekte, zwangerschap van medewerkers (waarbij zij onmiddellijk moeten stoppen met werken), … enz. wordt op zoek gegaan naar vervangingen en ondertussen worden eveneens de andere medewerkers extra ingezet om de ratio te behalen, alsook de bureelmedewerkers en de dagelijks verantwoordelijke.
Dit alles is echter niet steeds evident en indien noodzakelijk zullen wij overgaan tot noodopvang om aan de ratio, de draagkracht van onze medewerkers en de kwaliteit van de opvang te kunnen voldoen.
Wij hebben ook logistieke medewerkers die onze kinderbegeleid(st)ers in de leefgroepen met logistieke taken ondersteunen (meehelpen bij activiteiten met de kindjes, meehelpen met toezicht tijdens de maaltijden bij de kindjes die al zelf eten, zorgen voor was en linnen, hulp bij portioneren van de maaltijden, …enz).
Ondertussen werken wij ook met teamverantwoordelijken per leeftijdscategorie (baby’s, kleine peuters en peuters) die mede voor hun leefgroepen de algemene werking en de ratio bewaken.
Tot slot blijven wij dagelijks streven naar een hoge kwaliteitsvolle opvang voor onze kindjes en dit in nauwe samenwerking met de ouders.
Op basis van de vaststellingen gedaan tijdens dit inspectiebezoek, formuleert Zorginspectie geen advies handhaving.
Zorginspectie spreekt van:
- geen advies handhaving wanneer ze op basis van de vaststellingen van oordeel is dat er geen verdere stappen moeten gezet worden behalve de verwachting dat de organisator de werkpunten wegwerkt.